Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen.
— Openbaring 21:3
Nieuwe zee
Na een reis door de voorspellingen van Jesaja, komen we vandaag terug
in het tweede deel van de Bijbel. Ook hier treffen we toekomstdromen.
En toekomstnachtmerries. Een nieuwe tijd doorbreekt het oude met een
indrukwekkende weeënstorm.
Daarna is de zee niet meer, schrijft woordkunstenaar Johannes. En dat lijkt
een opluchting. Maar ik zou dan wel het ruisen missen en de vogels die er
badderen, het zout dat op je lippen brandt, de korrels van het zand in je haren
als je al lang weer van het strand vertrokken bent. De zee is in Openbaring
de woonplaats van het monster. Het kwaad heeft na het verdwijnen van dit
water dus geen woning meer. Dat is wel iets om naar uit te kijken. En in de
schoonheid van een kalme zee kun je dit nieuwe vast ontdekken.