Steen van Rosetta

Pas geleden kwam ik op internet een boeiende radiodocumentaire tegen van Melvyn Bragg, Deze BBC-presentator is gefascineerd door talen. Zijn eigen Engelse taal in de eerste plaats, vandaar ook dat hij eerder een documentaire maakte over ‘onze’ William Tyndale. De Bijbelvertaling van Tyndale is van grote invloed geweest op het ontstaan van het moderne Engels. Daarnaast is Bragg ook geïnteresseerd in oude talen. En zo kon het gebeuren dat hij in februari van dit jaar voor de BBC een radioprogramma maakte overHiërogliefenschrift de Steen van Rosetta. Deze werd in 1799 bij de plaats Rosetta in Egypte ontdekt door soldaten van Napoleon maar was op dat moment al tweeduizend jaar oud. Het grote belang van de steen van Rosetta is dat hier in op geschreven stond in Grieks schrift én in Egyptisch hiërogliefenschrift. Hierdoor werd het voor het eerst mogelijk om Egyptisch hiërogliefenschrift te ontcijferen. Sindsdien is “Steen van Rosetta” een uitdrukking geworden die zoveel betekent als “iets dat het mogelijk maakt om een mysterie op te lossen”.

Aan dit alles moest ik denken toen ik begin deze week een artikel las over een heel andere Rosetta. Deze Rosetta is een vrouw die is opgegroeid in moeilijke omstandigheden. Dit leidde er onder andere toe dat zij als volwassen vrouw nauwelijks kon lezen of schrijven. Met alle ellende die daar weer uit voortkwam, want onze samenleving draait voor een belangrijk deel om het geschreven woord. Vooral overheidsinstanties. Dat betekent dat iemand die ‘laag-geletterd’ is al te vaak niet begrijpt wat er op formulieren staat, hoe procedures lopen of wat er van je verwacht wordt door officiële instanties. Zelfs niet als Nederlands je moedertaal is, zoals bij Rosetta. Voor haar en vele anderen zouden dit soort dingen net zo goed in hiërogliefen geschreven kunnen zijn. Rosetta ging op latere leeftijd naar het volwassenenonderwijs om beter te leren lezen en schrijven. Er ging een wereld voor haar open. Sindsdien is ze ‘taalambassadeur’ voor de Nederlandse taal. Dit betekent onder andere dat ze anderen aanmoedigt om alsnog beter te leren lezen en schrijven, zoals zij zelf ook gedaan heeft. Maar het betekent ook dat ze bij allerlei instanties gaat kijken of de taal die daar gebruikt wordt, wel te verstaan is voor mensen die laag-geletterd zijn. Bijvoorbeeld in de communicatie over Corona-maatregelen en vaccinaties. En wat blijkt dan: daar wordt nog steeds veel ingewikkelde taal gebruikt, die bijna niet te volgen is voor wie moeite heeft met lezen en schrijven.

Maar de overheid is niet de enige die vaak moeilijk te volgen taal gebruikt. In de kerk kunnen we er ook wat van. Ik vraag me wel eens af: als iemand nu eens zonder enige voorkennis over christelijk geloof in één van onze kerkdiensten terecht komt, wat neemt die daar dan van mee? Het minste wat ik zelf dan als predikant kan doen is zorgen dat de teksten die ik zelf schrijf zo goed mogelijk verstaanbaar zijn. Of dit nu de preek is, een gebed of deze weekbrief. Dat is altijd ook weer een uitdaging, want in een preek wil ik bijvoorbeeld niet dat verstaanbare taal betekent dat ik minder diep kan ingaan op de betekenis van de Schrift voor deze tijd. Nochtans is het een uitdaging die ik steeds weer graag aanga. En dan hoop ik maar dat ik er een beetje in slaag om het Woord zó te brengen, dat niemand een Steen van Rosetta nodig zal hebben om het te verstaan….

Plaats een reactie