“Hou je van me?” – een schijnbaar alledaagse vraag, die in de musical Anatevka door Tevje de melkboer wordt gesteld aan zijn vrouw Golde. Na veel aarzeling volgt dan het antwoord: ‘Ik dacht haast van wel’, als ze de voorbije 25 jaar de revue hebben laten passeren, waarin ze dagelijks elkaars leven hebben gedeeld, voor elkaar hebben gezorgd en zij aan zij en schouder aan schouder hebben gestaan in alle wisselvalligheden van het bestaan.
“Hou je van me?” In onze evangelielezing van vandaag komt die vraag terug in een heel andere context, waarin van trouwe ondersteuning niet bepaald sprake is. En dan wordt het des te spannender, wat het antwoord gaat zijn en wat dat oproept.