Uit je ‘comfort zone’

Vorige week had ik een interview met Martin Oluwadiran. Martin komt uit Nigeria en woont al 23 jaar in België; om precies te zijn in Hasselt. Hij maakt prachtige schilderijen en geeft ook schilderles. Ik maakte dat interview voor de VPKB-werkgroep Migratie, Samenleving en Geloof (MiSaG). We willen een reeks interviews publiceren met gemeenteleden met een migratie-achtergrond. Het duurde dSchilderij Martinaarbij wél even voordat ik Martin z’n specifieke manier van spreken kon verstaan. Op zich spreekt hij prima Nederlands, maar wel met een accent. We deden het interview ook nog eens via WhatsApp over een verbinding die soms gebrekkig was. Dat hielp allemaal niet, maar dat was niet het belangrijkste. Het kwam vooral doordat Martin kunstenaar is, tot alle vezels van z’n wezen. Dat is te merken in zijn manier van spreken. Hij gebruikt bijvoorbeeld heel veel beeldspraak, van een soort dat ik zelf niet zo gauw zou gebruiken. Het duurde daardoor soms even voordat ik door had wat hij nu eigenlijk bedoelde. Ik moest er echt moeite voor doen om – in de ware zin van het woord – hem goed te verstaan. Het duurde even voordat ik daar in door kon dringen. Maar toen dat eenmaal ‘klikte’: toen kwam ik er achter dat de taal die Martin gebruikte enorm rijk was. Juist ook door die beeldspraak. Juist door die invloeden vanuit een cultuur waarin hij is opgegroeid maar ik niet. Het kostte moeite, maar het was zo ontzettend de moeite waard. Toen we elkaar aan het eind veel zegen toewensten, had ik een fascinerend gesprek gehad.

We hadden het ook over racisme, want de bedoeling is dat dit interview gepubliceerd wordt net vóór de Internationale Dag tegen Racisme in maart. Volgens Martin is racisme een vorm van domheid, van luiheid, van vooroordelen en ook van blindheid. Vooral dat woord ‘luiheid’ bleef bij mij hangen. Want niet de moeite nemen om iemand die anders is dan jij werkelijk te verstaan: dat kan heel goed een kwestie van luiheid zijn. Het is wel zo makkelijk om je te houden bij de taal die je vertrouwd is – of dat nu letterlijk een taal is, zoals Nederlands of Frans, of de manier waarop je die taal gebruikt. Bij voorkeur met mensen die jou vertrouwd zijn en op jou lijken. In je ‘comfort zone’ om het in goed Nederlands te zeggen. Daarbuiten komen, buiten dat terrein dat je vertrouwd is en waar je je veilig kunt voelen… Ik wil er niet omheen draaien: daar moet je moeite voor doen. Maar als je die moeite ook neemt, die moeite om vertrouwd te raken met iemand die anders is dan jij, een andere achtergrond heeft, zich anders uitdrukt: dan is dat zo ontzettend de moeite waard. En het moment waarop zich dat opent is zo’n ongelooflijk mooi moment, dat je het voor geen goud in de wereld gemist zou willen hebben. Achteraf gezien dan, hè.

Er zijn heel veel manieren waarop mensen van elkaar verschillen. We kunnen vanuit verschillende culturele achtergronden komen, of uit verschillende generaties, uit een volkswijk of juist uit een villabuurt, de ander heeft minder scholing gehad dan jijzelf, of juist meer. Om dan werkelijk te communiceren kost moeite. En misschien is een gebrek aan bereidheid om die moeite te doen wel één van de grote problemen van onze tijd. Daar wil ik nu eigenlijk alleen maar over zeggen: dat is jammer. Want je onthoudt jezelf en de ander een grote bron van vreugde, een bron van verwondering en van verrijking. Die bron is er; je moet er alleen wél moeite voor doen…

Plaats een reactie