In de Adventstijd van 2009 was ICCO, de Nederlandse organisatie waar ik destijds bij werkte, één van de organisaties die de vertaling mogelijk maakte van het document ‘Uur van de waarheid’, ook wel bekend als ‘Kairos Palestina’. Een document waarin Palestijnse Christenen een beroep doen op de wereld – en in de eerste plaats op hun mede-christenen – om oog te hebben voor het leed en onrecht van de Israëlische militaire bezetting van de Palestijnse gebieden. De vertaling werd gepresenteerd in de Domkerk in Utrecht, waar ik het voorrecht had om op te treden als vertaler voor Jamal Khader, één van de auteurs van Kairos Palestina, die speciaal hiervoor naar Nederland was gekomen.
Sinds Kairos Palestina verscheen, zijn er ook al contacten tussen de VPKB en Palestijnse Christenen. Die contacten verlopen via de Werkgroep Kerk in de Samenleving (KidS). In november van dit jaar ontving de VPKB een brochure met Advent- en Kerstboodschappen van bekende Palestijnse Christenen. Hierin komt Kairos Palestina ook herhaaldelijk ter sprake, want de woorden uit het document zijn elf jaar na dato helaas nog steeds heel actueel. Eén van de mensen die in de Advent- en Kerstboodschappen aan het woord komen is Mira Rizeq, tegenwoordig onder andere voorzitter van de wereldwijde Young Women’s Christian Association (World YWCA). Zij schrijft in haar Adventsboodschap:
Kairos Palestina laat de deugden van geloof, hoop en liefde oplichten die in het hart van het christelijk evangelie liggen en bevestigt dat verzet tegen onrecht en onderdrukking stevig is gegrond in deze principes. KAIROS is zowel een gekwelde roep op een donker uur als een diep getuigenis van onblusbare hoop.
Zoals alle Palestijnen worden Palestijnse Christenen ertoe gebracht om elke dag hun hoop en geloof te verliezen omdat hun rechten geschonden worden: het recht op zelfbestuur en de vestiging van een eigen onafhankelijke staat. Deze rechten lijken zo ver verwijderd. De internationale gemeenschap is verward en zwijgt. En regeringen in de hele wereld steunen het proces van “normalisatie”, zelfs nu de bezetting voortduurt en de onderdrukker doorgaat schendingen in alle soorten en op alle plaatsen op te leggen. Hoe bevordert dit de vrede? Nu we deze tijd ingaan van voorbereiding op de geboorte die hoop en licht symboliseert, kunnen we nog steeds de hoop vasthouden? Zullen we in staat zijn het licht aan het einde van de tunnel te zien?
Wanneer jullie je kaarsen aansteken en de kerkklokken horen in deze adventstijd, denk dan alsjeblieft aan ons hier in het Heilige Land, het land van de geboorte van de Vredevorst. Herinner je dat het God is die licht brengt in de duisternis – op onverwachte plaatsen en op onverwachte wijze. Herinner je, dat wij zelf verwelkomende vlammen kunnen worden in de schaduw van de grootmachten. Wanneer je je kaarsen aansteekt in deze adventstijd vragen we je ook de armen, de lijdenden en de daklozen te gedenken. Wij hebben meer nodig dan je tranen van verdriet en woede, toespraken en oproepen. We hebben nodig dat alle mensen van geloof die geloven in gerechtigheid: “handelen met recht en rechtvaardigheid en iedereen die beroofd is bevrijden uit de hand van de onderdrukker” (Jeremia 22:3).